Balancering tussen e‑Chargers

V2C » Ondersteuning » Vermogensregeling » Dynamische » Balancering tussen e‑Chargers

Balancering tussen e‑Chargers

Dynamische vermogensregeling tussen meerdere e‑Chargers

De dynamische vermogensbalancering tussen meerdere e‑Chargers is een geavanceerde oplossing die automatisch en efficiënt de beschikbare energie verdeelt over alle laadpunten, met behulp van een slimme energiemeter als referentie. Dit garandeert dat het totale vermogen correct wordt verdeeld over de apparaten, waardoor overbelasting van het netwerk wordt voorkomen en de beschikbare energiecapaciteit optimaal wordt benut.

Het is bijzonder voordelig in installaties met elektrische beperkingen, zoals door de gecontracteerde capaciteit of beperkingen in de bestaande infrastructuur (bijvoorbeeld de kabeldiameter). Het systeem past het vermogen van elke lader automatisch aan op basis van de werkelijke condities van de installatie.

Daarnaast maakt deze oplossing een eenvoudige uitbreiding van het aantal geïnstalleerde laders mogelijk, waardoor toekomstige schaalvergroting zonder complexe configuratiewijzigingen gerealiseerd kan worden.

Verbind jouw vermogensbalancering tussen e‑Chargers met zonenergie

Welke e‑Charger gebruik je om de dynamische vermogensregeling uit te voeren?

Balancering tussen e‑Chargers met Trydan en Trydan Pro

Om de configuratie te vereenvoudigen en een efficiëntere bewaking van de installatie te garanderen, wordt internettoegang aanbevolen. In installaties met meerdere e‑Chargers die met dynamische vermogensregeling werken, is het belangrijk dat alle apparaten zijn verbonden met hetzelfde lokale netwerk om hun prestaties via internet optimaal te benutten.

Hoe kun je verbinding maken tussen meerdere Trydan of Trydan Pro units?

Optie 1: Verbinding via router (Wi‑Fi of Ethernet)

In deze configuratie is het niet voldoende dat de apparaten in hetzelfde lokale netwerk zitten; ze moeten ook via één router met internettoegang zijn verbonden, hetzij via Wi‑Fi, hetzij via Ethernet (Ethernet alleen mogelijk met Trydan Pro).

Alle apparaten die betrokken zijn bij het energiemanagement moeten zich in hetzelfde IP-subnet bevinden, bijvoorbeeld: 192.168.1.27, 192.168.1.45, 192.168.1.38, enz.

Om verbinding via WiFi tot stand te brengen, moet worden gegarandeerd dat het netwerk stabiel is bij alle e‑Chargers.

Als de router niet over voldoende poorten beschikt, moet deze worden verbonden met een centrale hub of switch die over het juiste aantal poorten beschikt om alle laadpunten aan te sluiten.

Optie 2: Seriële verbinding

Maximaal tien laders kunnen in serie worden geschakeld: één Master en maximaal negen Extras.
De verbinding wordt gerealiseerd via bedrading naar de besturingsprint van de lader:

1. Gebruik de A- en B-terminals op de besturingsprint. Nieuwe PCB-versies beschikken over twee aansluitpoorten voor apparaten. Verbind de V2C ControlBox 2.0-meter met de Master via de RJ45-poort (UTP-kabel categorie 6), en daarna de blauwe en wit/blauwe kabel aan terminals A en B van de Master en van de Extra-laders (tot 9 Extras).

BELANGRIJK: Dit is de aanbevolen methode voor balancering.

OPMERKING: De A-kabel (blauw) van de Master moet worden verbonden met terminal A van Extra 1; de B-kabel (wit/blauw) met terminal B van Extra 1. Alle A-terminals moeten worden gebundeld met kabels van dezelfde kleur, en hetzelfde geldt voor de B-terminals.

RJ45-poort
A- en B-klemmen

2. Gebruik een RJ45-hub van V2C. Crimp de kabels volgens T568A of T568B. Sluit de ControlBox 2.0-meter aan op de ‘CDP’-poort, de Master op de ‘Master’-poort, en de Extra-laders op de overige poorten.

Indien meer dan zes Extras nodig zijn, moet een tweede hub worden aangesloten op de laatste beschikbare poort.

RJ45-poort

NOTITIES:

  • De V2C ControlBox 2.0-meter kan worden vervangen door een andere Modbus-meter.
  • Bij gebruik van een IP-meter (Wi‑Fi/Ethernet) moet deze geconfigureerd worden in de Master-lader.

In beide vormen van seriële verbinding moet de optie “polariseringsweerstanden” worden geactiveerd op een apparaat in de communicatiebus.

Balancering tussen e‑Chargers met Pole Pro

Hoewel internetverbinding niet verplicht is, wordt het aanbevolen voor betere monitoring van de installatie en vereenvoudigde configuratie. Als je ervoor kiest de e‑Chargers via internet met elkaar te verbinden voor een optimaal dynamisch vermogensbeheer tussen meerdere apparaten, is het essentieel dat ze allemaal zijn verbonden met hetzelfde lokale netwerk.

De installatie dient te worden uitgevoerd door gekwalificeerd en deskundig technisch personeel, die volledig aansprakelijk zijn voor de naleving van alle geldende installatievoorschriften en -normen.

ONLINE CURSUS POLE PRO

Wil je in detail leren hoe je de Pole Pro installeert en configureert voor maximale prestaties?

Hoe kunnen meerdere Pole Pro-eenheden worden verbonden?

Optie 1: Gedeelde router met 4G of glasvezel

Naast verbinding met hetzelfde lokale netwerk moeten de apparaten bij deze configuratie verbonden zijn via een gedeelde router met 4G- of glasvezelverbinding. Deze router moet ook dezelfde gateway hebben voor alle apparaten die bij de vermogensbalancering betrokken zijn.

Voor een standaardinstallatie is het noodzakelijk een router te plaatsen die het lokale netwerk genereert. Deze router wordt aangesloten op een centrale hub of switch met voldoende poorten voor alle e‑Chargers. Bij een kleine installatie met voldoende ethernetpoorten op de router is aansluiten via een hub niet nodig; de verbinding wordt rechtstreeks via de router gemaakt.

TCP/IP-verbindingen moeten in een sterconfiguratie worden geïnstalleerd, waarbij elke charger zijn eigen netwerkkabel krijgt. De maximale kabellengte van UTP is 100 meter. Voor grotere afstanden moet glasvezel worden gebruikt.

Optie 2: Wi‑Fi-verbinding

Een Wi‑Fi-netwerk met goede dekking kan eveneens worden gebruikt om verbinding met de router te realiseren. De verbinding moet stabiel en voldoende sterk zijn om alle e‑Chargers te bereiken.

NOOT: Als je Wi‑Fi gebruikt, is het belangrijk dat het Pole Pro Master-apparaat via een ethernetkabel met de router is verbonden, om correcte vermogensbalancering tussen e‑Chargers te garanderen.

Optie 3: Seriële verbinding

Als laatste kan de aansluiting in serie van laadpunten worden toegepast, wat ethernetkabel bespaart en de installatie vereenvoudigt. Hiervoor wordt gebruikgemaakt van het aparte Split‑Ethernet-apparaat, los verkrijgbaar bij Pole Pro.


Dit apparaat maakt het mogelijk een netwerkkabel aan te sluiten op de ingang van de e‑Charger en beschikt over een USB-poort en twee RJ45-ethernetpoorten: één voor het inkomende kabeltraject vanuit de installatie en één voor de kabel die naar de volgende lader leidt.

Router
Besturingsprint
Verbinding met de besturingsprint
UTP-Kabel
(máx. 100 m.)
Ethernet
USB

De verbinding start bij de router en gaat via de eerste split naar de besturingsprint met een ethernet- en USB-kabel. Vervolgens wordt een UTP-kabel doorgetrokken naar de volgende Pole Pro. Dit schema wordt herhaald tot het laatste apparaat in de keten. Bij het laatste apparaat is geen split nodig; de UTP-kabel kan rechtstreeks aan de besturingsprint worden verbonden.

Configuratie en activatie van dynamisch vermogensbeheer voor meerdere e‑Chargers via V2C Cloud

Binnen alle verbonden laadpunten kun je balancering slechts activeren op de gewenste apparaten. Indien je kiest om een specifieke lader prioriteit te geven en balancering uit te schakelen, activeer je deze functie eenvoudigweg niet op dat apparaat.

Om balancering tussen meerdere e‑Chargers te activeren: open de V2C Cloud-app op je smartphone of pc, voeg de laders toe, en schakel daarna dynamisch vermogensbeheer in op alle apparaten.

Zorg dat bij type vermogensbeheer “Dynamisch” is geselecteerd.
Selecteer vervolgens het aantal e‑Chargers dat je wilt balanceren en bepaal de modus van elk e‑Charger: Master of Extra.

Zodra de vermogensbeheerfunctie op alle laadpunten is geactiveerd en geconfigureerd, zal de Master automatisch alle verbonden en actieve laders in het netwerk herkennen als Extras.

Daarnaast is er een functie genaamd “Apparaatlijst (Extras)”, waarmee je alle secundaire apparaten kunt bekijken waarmee gecommuniceerd wordt, inclusief gedetailleerde informatie per apparaat.

Personaliseer het vermogensbeheer om jouw energie optimaal te benutten

Het personaliseren van het vermogensbeheer is cruciaal voor maximale efficiëntie. Door laadprofielen af te stemmen op jouw specifieke behoeften kun je niet alleen energie besparen, maar ook het totale verbruik optimaliseren. Een nauwkeurige configuratie van de laadprofielen biedt controle over laadtijden en -intensiteit, wat leidt tot aanzienlijke besparingen op de energierekening.

Een juiste configuratie is essentieel om het maximale rendement uit het vermogensbeheer te halen.

Heb je technische ondersteuning nodig?

Dien een verzoek in bij het centrum voor technische ondersteuning en we nemen zo snel mogelijk contact met u op om u de beste oplossing te bieden.